Vergina | ΒΕΡΓ'ΙΝΑ

In het noorden van Griekenland vinden we Vergina. Op het eerste oog lijkt het een dor terrein. Vanuit een enigszins verlaten en vervallen dorpje komen we bij de ingang van de site. Deze site werd pas in 1977 ontdekt. Na opgravingen werd een schedel gevonden. 

 

Opvallend aan deze schedel was de beschadigde oogkas. Deze verwonding kwam overeen met de verhalen over de overleden koning Philippus II van Macedonië, die aan een dergelijke verwonding overleden was bij Methóni. De botten, waaronder de schedel, werden aangetroffen in een gouden kist, die versierd was met een Macedonische zon. Het was onomstotelijk bewijs dat dit het graf van de grote Macedonische koning moest zijn.

 

Hoewel het terrein van buiten weinig indrukwekkend is, is dat binnen een heel ander verhaal. Hier is goed te zien dat de Grieken zelf de ontdekking van deze grafheuvel als de belangrijkste ontdekking sinds de blootlegging van Mycene door Schliemann zien. In de grafheuvel is tegenwoordig een museum gevestigd. Het museum is aardedonker met uitstekend verlichte vitrines. Hierdoor zijn de tentoongestelde stukken goed te zien.

 

In deze grafheuvel zien we ook de daadwerkelijke graven. We kunnen de tombes niet betreden - daar zijn ze te kostbaar en fragiel voor. Wel kunnen we de schilderingen aan de buitenkant bewonderen. Op de belangrijkste tombe, die van Philippus II, zien we een jachttafereel. Daarnaast vinden we de Tombe van de Prins (Tombe III), welke vermoedelijk gebruikt is voor Alexander IV, de kleinzoon van Philippus II. Een derde tombe, die we eigenlijk Tombe I noemen, wordt ook wel de Tombe van Persefone genoemd en is blootgelegd.